Lokale belastingen
We zijn constant alert op mogelijkheden om de kosten te verlagen en om alternatieve bronnen van inkomsten aan te boren. Het actief betrekken van partijen die mee willen investeren in de stad biedt daarvoor een perspectief. Wij willen namelijk de kosten van onafwendbare ontwikkelingen en nieuwe plannen niet financieren met hogere belastingen. |
Zo laag mogelijke lokale belastingen en heffingen
Activiteit
Zo laag mogelijke lokale belastingen en heffingen
../Financiën en grondexploitaties/Lokale belastingen/Activiteit/Zo laag mogelijke lokale belastingen en heffingen
Bedragen × € 1.000
Ambitie P1 . 5.2.2P Het opleggen van de OZB aanslag-niet woningen aan de eigenaren van niet-woningen
De OZB niet woningen werd vanaf 2017 al voor 50% aan de eigenaren opgelegd. Met ingang van 2018 gaan we de aanslag volledig aan de eigenaren opleggen. Op deze wijze willen we voorkomen dat gebruikers, die geen invloed hebben op de leegstand, via een hoger tarief betalen voor de door de gemeente als gevolg van leegstand gederfde inkomsten.
Realiseren we concreet
Realisatie 2017
Ster
Het opleggen van de OZB aanslag-niet woningen aan de eigenaren van niet-woningen
De OZB niet woningen werd vanaf 2017 al voor 50% aan de eigenaren opgelegd. Met ingang van 2018 gaan we de aanslag volledig aan de eigenaren opleggen. Op deze wijze willen we voorkomen dat gebruikers, die geen invloed hebben op de leegstand, via een hoger tarief betalen voor de door de gemeente als gevolg van leegstand gederfde inkomsten.
Bij het opstellen van de begroting 2018 is als uitgangspunt gehanteerd dat de gederfde OZB inkomsten door leegstand bij gebruikers in het tarief voor de eigenaren verdisconteerd wordt voor 100%. Dit heeft als gevolg dat de eigenaren de lasten dragen van de gederfde inkomsten ten gevolge van leegstand.
Het verhogen van de kostendekkingsgraad van de riool- en afvalstoffenheffing en de marktgelden
De kosten van de riool-exploitatie, de vuilophaal en de markt worden niet volledig aan de gebruikers en marktkooplui doorberekend. Wij vinden het redelijk dat de gebruiker de kosten van door de gemeente geleverde voorzieningen en producten volledig vergoedt, maar willen geleidelijk naar een situatie van volledige kostendekking toegroeien om grote tariefsprongen te voorkomen.
Bij de begroting 2019 zijn kostendekkende tarieven nog steeds het uitgangspunt en de kostendekkendheid zal de komende jaren dan ook toenemen waarbij het de verwachting is dat we vanaf 2023 volledig kostendekkend zullen zijn. Voor de begroting 2019 en verder zijn de toe te rekenen kosten aan de markt opnieuw bekeken. Er is nagegaan in welke mate ze zijn toe te rekenen aan het faciliteren van de markt. Dit heeft er toe geleid dat een aantal posten zijn verlaagd dan wel is het percentage aan doorbelasting verlaagd.
Het uitvoeren van een 213a-onderzoek naar de doelmatigheid van de uitvoering van de riooltaken en vuilophaal
Wij willen onze taken op het gebied van de riolering en de vuilophaal zo efficiënt mogelijk uitvoeren en zo voorkomen dat onze inwoners betalen voor inefficiency. Daarom gaan wij de doelmatigheid van de uitvoering van die taken onder de loep nemen in een 213a-onderzoek.
Voor de uitvoering van dit onderzoek is inhoudelijk gekozen voor 2 sporen. Spoor 1 richt zich op de onderbouwing van de tarieven rioolrechten en afvalstoffenheffing. Hier is in 2016 door Hilversum al nader onderzoek naar gedaan. We zullen nagaan of de kosten voor riooltaken en reiniging op de juiste wijze volgens huidige wet en regelgeving worden toegerekend aan burgers en bedrijven in de tarieven rioolrechten en afvalstoffenheffing. Daarbij kijken we vanzelfsprekend ook weer naar de kostendekkendheid. Spoor 2 richt zich vervolgens op het benchmarken van de taakgebieden Riolering en Reiniging. Om inzicht te verkrijgen in het beleid op het gebied van Riolering en Reiniging voeren we een monitor- of benchmark-onderzoek uit van het gemeentelijke beleid. Hiertoe worden de netto-uitgaven in beeld gebracht, op het totaalniveau van het taakgebied en/of voor specifieke onderdelen (zoals handhaving, kapitaallasten en overhead). Deze uitgavenpatronen worden vervolgens vergeleken met kostennormen en referenties, rekening houdend met de relevante structuurkenmerken (zoals verstedelijking, inwonertal en bodemgesteldheid), organisatiekenmerken (bezetting, samenwerking/uitbesteding, overhead) en prestatie-indicatoren (frequentie afvalinzameling, ouderdom riolering). Ten slotte worden de achtergronden van de verschillen inzichtelijk gemaakt. Deze inzichten worden medio 2019 gerapporteerd en meegenomen bij het opstellen van de begroting 2020.
Realiseren we daarnaast
Realisatie 2017
Ster