De jaarrekening is een omvangrijk boekwerk dat voor een groot deel vanuit de financiële techniek is opgesteld. Om de jaarrekening beter te kunnen duiden, geeft deze beschouwing een samenvattend beeld van de financiële positie van Hilversum per 31 december 2018 en de resultaten over het boekjaar 2018.
Vooraf
Gemeentefinanciën zijn complex. Toch werkt de financiële huishouding van een gemeente in de basis zoals iedere andere financiële huishouding. Naast de jaarlijkse baten en lasten die in de exploitatie staan, kan er voor aanvullende lasten geld uit reserves worden gehaald. Via de balans en de exploitatierekening kan snel inzicht worden verkregen in de financiën van Hilversum.
In de balans komt de verhouding tussen de bezittingen (activa) en de daarvoor beschikbare eigen middelen (reserves) en financieringsmiddelen van derden (schulden) tot uitdrukking.
In de exploitatierekening wordt duidelijk welke inkomsten de gemeente heeft en waar het geld aan wordt uitgegeven. Het jaarrekeningresultaat volgt uit het saldo van de baten en lasten in dat jaar en de verrekening met de reserves. Het saldo van inkomsten en uitgaven voor verrekening met reserves geeft aan of er per saldo middelen aan het eigen vermogen kunnen worden toegevoegd (bij een positief saldo), of dat er middelen aan het eigen vermogen moeten worden onttrokken (bij een negatief saldo).
In de hierop volgende paragrafen geven we een korte financiële beschouwing van de jaarrekening inclusief de vermogenspositie, lichten we toe hoe het resultaat over 2018 is opgebouwd en hoe dit zich verhoudt tot het door de raad vastgestelde begrote resultaat. Een bijzondere beschouwing omdat dit de eerste financiële beschouwing is die door dit college aan de gemeenteraad wordt aangeboden.
Financiële beschouwing
In het eerste jaar van deze collegeperiode is verder gewerkt aan een nieuwe dynamiek in de verhouding tussen inwoners, ondernemers, andere samenwerkingspartners en gemeente. Om te borgen dat de opgaven voor de stad zowel financieel als inhoudelijk worden afgerond, hebben we onze voornemens ingebed in de reguliere P&C-cyclus. De jaarrekening koppelt terug over de resultaten die hier in 2018 op zijn behaald. Inhoudelijk gebeurt dit via de programmaverantwoording.
Financieel beleid
In de vorige collegeperiode zijn er nieuwe financiële spelregels gemaakt die moeten borgen dat Hilversum nu en in de toekomst een financieel gezond huishoudboekje kan presenteren. De kernwaarden die bij het opstellen van de financiële verordening voorop hebben gestaan zijn transparantie, toekomstbestendigheid, voorzichtigheid en eenvoud. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat toekomstige generaties niet onevenredig belast worden met besluitvorming van nu.
In 2018 is dit nieuwe beleid voor het eerst van toepassing. De raad wordt nu eerder geïnformeerd door middel van raadsinformatiebrieven over financiële afwijkingen. Verder heeft dit tot gevolg gehad dat de raad door middel van de zogenaamde tussenrapportages de begroting heeft bijgesteld. Dit zijn de eerste jaarstukken die “onder” de nieuwe financiële verordening zijn opgesteld.
Decentralisaties
2015 was het eerste jaar waarin gemeenten de drie gedecentraliseerde taken voor de Jeugdzorg, WMO en Participatiewet hebben uitgevoerd. In 2015 en 2016 hadden deze taken een wezenlijk positief aandeel in het gerealiseerde resultaat. In tegenstelling tot de jaren 2015 en 2016 is in 2017 en 2018 meer uitgegeven dan begroot aan de uitvoering van de Jeugdwet en de WMO. Het negatieve aandeel in het resultaat is € 2,2 miljoen. De overschrijding voor de WMO en Jeugdwet is respectievelijk € 1,2 miljoen en € 1,0 miljoen. Hiermee is de gemeente Hilversum niet uniek, in de landelijke pers lezen we over berichten over forse tekorten op de zorgbudgetten bij andere gemeenten door toegenomen complexiteit en zorgvraag tegenover tekortschietende rijksmiddelen. De Participatiewet is binnen de begroting uitgevoerd.
BUIG
In overeenstemming met voorgaande jaren (vanaf 2015) is ook in 2018 het budget voor de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) ontoereikend en is/wordt gebruik gemaakt van de landelijke vangnetregeling. Voor tekorten op het BUIG-budget geldt een getrapte vergoeding, waarbij tekorten deels worden gecompenseerd door het Rijk. In de begroting 2017 zijn meerjarig tekorten opgenomen ten aanzien van de BUIG. Het bestaande tekort in 2017 dient in 4 jaar te worden teruggebracht naar nul (saldo 2017: 2,5 miljoen, saldo 2018: 2 miljoen, saldo 2019: 1 miljoen en saldo 2020 naar nul). Door bijstellingen van het BUIG budget door het rijk blijft de gemeente Hilversum in 2018 binnen deze door de raad gestelde kaders, ondanks achterblijvende daling van het aantal uitkeringen. Op 31 december 2018 waren er 2.175 uitkeringen ten opzichte van 2.165 per 31 december 2017. In 2018 wordt voor een bedrag van € 490.000 beroep gedaan op vangnetregeling (2017: € 1.480.000). Het verschil tussen lasten en baten voor de BUIG in 2018 bedraagt € 1,9 miljoen. Hiermee blijven we binnen de begroting van de eigen middelen voor de BUIG van € 2 miljoen.
Toelichting op het resultaat
We sluiten het jaar 2018 met een positief rekeningresultaat van € 3,7 miljoen. Een gunstig resultaat als dit wordt afgezet ten opzichte van het verwachte tekort van € 4,0 miljoen in de aangepaste begroting. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de verslaggevingsregels van gemeenten, wordt onderscheid gemaakt tussen het gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten en het gerealiseerd resultaat. Het gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten bedraagt € 5,7 miljoen nadelig over 2018. Voor de realisatie van verschillende plannen is per saldo tussentijds € 9,3 miljoen uit de reserves onttrokken, waarmee het gerealiseerd resultaat afgerond € 3,7 miljoen voordelig bedraagt. Dit resultaat is 1,4% van de werkelijke lasten.
Relevant voor het uiteindelijke resultaat is het 'resultaat na bestemming’. Dat is het resultaat na budgetoverhevelingen en mutaties reserves. Door verschillende bestemmingen van het “bruto”-resultaat wordt dit resultaat aanzienlijk lager en bedraagt € 1,1 miljoen nadelig. In onderstaande tabel ziet u hoe dit resultaat tot stand is gekomen:
Financieel resultaat | Bedragen x € 1.000 | |
---|---|---|
Werkelijke lasten | 258.500 | |
Werkelijke baten | -252.826 | |
Gerealiseerd totaalsaldo baten en lasten | 5.674 | |
Stortingen in de reserves | 6.019 | |
Onttrekkingen uit de reserves | -15.343 | |
Gerealiseerd resultaat (afgerond) | -3.650 | |
Resultaatbestemming: budgetoverhevelingen | 3.264 | |
Resultaatbestemming: dotatie reserves | 1.519 | |
Resultaat na bestemming | 1.133 |
Toelichting jaarrekeningresultaat 2018
Totstandkoming begrotingssaldo
Bij de jaarrekening vergelijken we het werkelijke resultaat met het door de raad vastgestelde begrote resultaat. Het rekeningresultaat werd bij de primaire Begroting 2018 op € 0,5 miljoen voordelig begroot. Door de tussentijdse besluitvorming door de Raad wordt dit oorspronkelijk begrote resultaat door begrotingswijzigingen bijgesteld. De belangrijkste bijstellingen van de begroting betreffen de grondexploitatie voor het herstructureren van Egelshoek voor € 2,8 miljoen en de aanpassing in het sociaal domein voor ontmoeting/ondersteunen in de wijken en voor Jeugd met € 4,0 miljoen extra. Het daadwerkelijke begrote resultaat is bijgesteld naar € 4,0 miljoen nadelig.
Om een goed beeld te krijgen van de oorzaak van de afwijkingen is in deze paragraaf weergegeven binnen welke categorieën verschillen optreden en hoe groot die zijn. Vervolgens worden de grootste afwijkingen toegelicht. Voor een uitgebreide analyse per programma verwijzen wij u naar hoofdstuk 5.2.1 van de jaarstukken.
Afwijking t.o.v. actuele begroting
Onderstaande tabel geeft inzicht in de belangrijkste oorzaken van het positieve verschil tussen het geprognosticeerde resultaat van € 4,0 miljoen nadelig en de werkelijk gerealiseerde baten en lasten bij de Jaarrekening 2018 van € 3,7 miljoen positief (voor budgetoverhevelingen en dotaties reserves). Het verschil tussen begroting en de daadwerkelijke realisatie bedraagt € 7,7 miljoen voordelig.
In de tabel is te zien dat het resultaat voor een groot deel wordt bepaald door vervroegde winstneming grondexploitaties, vrijval van balansposten en planningsoptimisme. De onderstaand gepresenteerde afwijkingen zijn, behoudens de afrekeningen van de openeinderegelingen, incidenteel van aard.
Grootste financiële afwijkingen | Bedragen x € 1.000 |
---|---|
Grondexploitaties: | |
Actualisaties Grondexploitaties | -3.968 |
Vennootschapsbelasting | 468 |
Uitkomsten interne controle: | |
Voorziening belastingdebiteuren | 946 |
Onderhoudsvoorziening vastgoed | 318 |
Vrijval balansposten herplant- en mobiliteitsfonds | -1.473 |
Budgetoverhevelingen | -3.264 |
Autonoom/Techniek: | |
Decembercirculaire (resterend na overheveling € 664) | -464 |
Afval | -484 |
Egalisatievoorziening riolering | 536 |
Onttrekking reserves | 1.029 |
Post onvoorzien / budget nieuwe kansen | -300 |
Afrekening openeinderegelingen Jeugd | 1.268 |
Afrekening openeinderegelingen WMO | 977 |
Revolverend fonds duurzaamheid | -600 |
Overige afwijkingen: | |
Parkeren (resterend na overheveling € 878) | -296 |
Fietsparkeren centrum | -300 |
Tomin WSW | -490 |
Onderhoud wegen | 254 |
Begraven en cremeren | 392 |
Overhead | -713 |
Opbrengsten OZB | 300 |
Overige verschillen (onder € 250) | -1.801 |
Totaal afwijkingen t.o.v. begroting | -7.665 |
Het voordelige resultaat wordt voor een groot deel gevormd door de tussentijdse winstneming voor de grondexploitatie Anna’s Hoeve. In 2017 is de regelgeving (BBV) veranderd en is het verplicht om tussentijds de winsten op grondexploitaties als resultaat te nemen aan de hand van de vorderingen van het project. Bij de actualisatie van de grondexploitaties (behandeling in de raad van mei 2019) is de winstneming voor 2018 vastgesteld. Hierdoor was het niet meer mogelijk om de begroting 2018 aan te passen en wordt de winstneming nu als afwijking op de begroting gepresenteerd. In de actualisatie is nu ook een meerjarig beeld gegeven van de toekomstig verwachte winstnemingen. Hierop zal de begroting worden aangepast waarmee deze grote afwijkingen zijn verwerkt voor de volgende jaren.
Per 1 januari 2016 is de Wet vennootschapsbelasting gewijzigd. Hierdoor worden publiekrechtelijke lichamen belastingplichtig voor zover zij een onderneming drijft. Er is sprake van een onderneming ingeval er een organisatie van kapitaal en arbeid is die deelneemt aan het economisch verkeer en een winstverwachting heeft. Dit is het geval bij de grondexploitaties. Door het positieve resultaat op de grondexploitatie Anna's Hoeve moeten we een deel van de “winst” afdragen aan de belasting in het kader van de vennootschapsbelasting.
Vooruitlopend op het samenstellen van de jaarstukken zijn verschillende interne controles door de eigen organisatie verricht om (administratieve) systemen op orde te brengen en te voldoen aan de wettelijke eisen van het BBV. Een aantal van deze onderzoeken liep door tot in 2019 waardoor de uitkomsten niet meer in de begroting konden worden verwerkt, maar waardoor we een betere jaarrekening kunnen presenteren. Met de onderzoeken is een verdere uitwerking gegeven om de basis op orde te brengen en te borgen voor de komende jaren.
Een belangrijke bijdrage aan het voordelige resultaat wordt veroorzaakt door niet (volledig) uitgevoerde plannen in 2018. Voor in totaal € 3,3 miljoen is een verzoek gedaan om niet uitgegeven budgetten uit 2018 over te hevelen naar 2019 voor de verdere uitvoering van het plan. Behoudens de overheveling als gevolg van motie 17/50 “Extra winst op parkeren beter besteden” wordt de hoogte van de overhevelingen veroorzaakt door vertragingen in de uitvoering. Voor de vertragingen zijn verschillende oorzaken te noemen:
- aanvullende onderzoeken voor optimalisering eindresultaat;
- samenwerking met derden dat meer tijd vraagt;
- inspraak/participatie burgers;
- planningsoptimisme, meer ambities dan mogelijkheden om deze te realiseren binnen de tijd.
De vermelde afwijkingen onder het kopje autonoom/techniek hebben enerzijds betrekking op ontvangen inkomsten die vanwege de late ontvangst in het jaar niet meer aan de raad konden worden voorgelegd voor een begrotingswijziging. De financiële afwijking voor het taakveld afval heeft grotendeels betrekking op een eind november ontvangen teruggave van het GAD over 2017, terwijl de decembercirculaire per definitie te laat is om in de begroting te worden verwerkt. Een deel van de decembercirculaire is betrokken bij de overhevelingsvoorstellen. Dit is aangegeven in de tabel.
Anderzijds zijn de financiële afwijkingen onder dit kopje een technische uitkomst van afwijkingen die blijken bij de afsluiting van het boekjaar. Het nadeel op de onttrekking van de reserves wordt veroorzaakt doordat elders in de jaarstukken minder lasten zijn waarvoor de onttrekking was bedoeld. Deze middelen blijven dus beschikbaar voor toekomstige uitgaven. De afwijking op de egalisatievoorziening is de resultante van alle plussen en minnen voor de riolering. Door “meevallers” in de exploitatie is extra aan de voorziening gedoteerd waarmee de rioolheffingen in de volgende jaren kunnen worden verlaagd. De post onvoorzien en nieuwe kansen zijn niet aangesproken in 2018.
De lasten voor maatwerkvoorzieningen Jeugd en WMO zijn afgerekend met de Regio. Dit betreffen zogenaamde open-einderegelingen waarvoor we het belangrijk vinden dat ieder persoon die zorg nodig heeft toegang heeft hiertoe, ook als blijkt dat de lasten het niveau van de begroting ontstijgen.
De (op aangeven van de accountant) gewijzigde verwerking van het revolverend fonds voor duurzaamheidsleningen leidt tot een voordeel in de exploitatie. Deze wordt nu op de balans als ‘financiële vaste activa’ verantwoord waardoor het in de begroting 2018 gereserveerde budget hiervoor kan vrijvallen.
In de nieuwe financiële verordening is met de raad afgesproken om financiële afwijkingen boven de € 250.000 vooraf aan de raad voor te leggen. Hiermee is in 2018 gestart en is de raad veelal door Raadsinformatiebrieven geïnformeerd over afwijkingen. Door middel van de twee tussenrapportages is de begroting waar mogelijk bijgesteld.
Financiële positie
Deze paragraaf geeft een financiële beschouwing op het eigen vermogen, de financiering en het weerstandsvermogen. Voor de beoordeling van de financiële positie is het namelijk belangrijk om zowel naar de exploitatie als de balans te kijken. In de balans komt de verhouding van de bezittingen (activa) in beeld en de daarvoor beschikbare eigen middelen (reserves) en financieringsmiddelen van derden (schulden). Ook voor het bepalen van het eigen vermogen kijken we naar de balans. Waarbij het eigen vermogen de uitkomst is van de waarde van alle bezittingen (activa) minus de schulden.
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en het saldo van de jaarrekening. De reserves zijn in 2018 met een bedrag van € 1,6 miljoen afgenomen. Deze afname wordt grotendeels veroorzaakt door het opheffen, conform de financiële verordening, van de bestemmingsreserves die werden aangehouden voor de dekking van de kapitaallasten. Hierdoor zijn vijf reserves vrijgevallen voor een totaalbedrag van € 6,0 miljoen.
Per saldo daalt het eigen vermogen in 2018 met € 3,7 miljoen (stand van 31-12-2017: € 96,0 miljoen) ten opzichte van de stand 31-12-2018 (€ 92,4 miljoen). Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door de eerder genoemde vrijval van de beklemde reserves. Anderzijds is er een toevoeging aan de algemene reserve gedaan van € 2,0 miljoen als gevolg van de gewijzigde verantwoording van de revolverende fondsen. De reservepositie bestaat voor een gedeelte (€ 7,4 miljoen) uit “bestemmingsreserves”. Aan deze reserves heeft de raad eerder een bestemming gegeven. Deze reserves zijn zonder (nieuwe) besluitvorming van de raad niet vrij besteedbaar. De algemene reserve van de gemeente is binnen de financiële beleidskaders wel vrij aanwendbaar en bedraagt eind 2018 € 81,3 miljoen (exclusief het resultaat bij de jaarrekening). In de Toelichting op de Staat van Reserves (hoofdstuk 6.4) bij deze jaarrekening worden de verschillen tussen begrote en werkelijke mutaties per reserve toegelicht.
Op het jaarrekeningsaldo van € 3,7 miljoen (afgerond) liggen claims voor besteding van dit resultaat: een bedrag van € 3,3 miljoen is bestemd voor budgetoverheveling van 2018 naar 2019, en voor een bedrag van € 1,5 miljoen is dit bedrag bestemd om nieuwe reserves voor het herplant- en mobilisatiefonds te vormen. Door deze budgetoverhevelingen en storting in de reserves ontstaat een nadelig resultaat van € 1,1 miljoen na bestemming, dat ten laste wordt gebracht van de algemene reserve. Dit is nog altijd € 2,9 miljoen gunstiger dan in de bijgestelde begroting.
Houdbaarheid gemeentefinanciën
Schuldpositie
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën op de langere termijn hangt af van de ruimte om, naast de noodzakelijke uitgaven voor publieke voorzieningen, de schuldverplichtingen in de vorm van rente en aflossingen te betalen. Daarom letten wij naast de baten en lasten (exploitatie) ook nadrukkelijk op de geldstromen, de hoogte van de schuld in relatie tot het kunnen betalen van de rente en aflossing en de beschikbare weerstandscapaciteit. Het is wenselijk dit goed te monitoren omdat een oplopende schuldenpositie de begrotingsruimte op termijn kan verminderen.
De schuld is uitgekomen op € 170,8 miljoen en ligt daarmee € 18,7 miljoen hoger dan in de begroting was geraamd. Dit verschil wordt veroorzaakt door de aankoop van de gronden op Crailo voor € 18,7 miljoen. Zonder deze, in de begroting nog niet voorziene, aankoop was de schuld uitgekomen zoals begroot. Deze aangekochte gronden worden de komende jaren ingebracht in de GEM Crailo BV waardoor de schuldpositie weer zal verbeteren. Op basis van gemaakte afspraken met de provincie zal de verkoop zich over een periode van meer dan 10 jaar uitstrekken. Samengevat is de schuldontwikkeling nog steeds binnen de veiligheidsmarges zoals de VNG die hanteert. In de paragraaf Financiering (hoofdstuk 4.4) staat een uitgebreide analyse op het vreemd en eigen vermogen.
Risico's
Hilversum is een stad die wil blijven investeren en presteren. Hieraan zijn onlosmakelijk financiële risico's verbonden. Daarom is en blijft het van belang te sturen op het beheersen van deze risico’s. Hilversum kent daartoe een risicomanagementbeleid, bouwt aan een relatief compleet risicoprofiel en hecht veel waarde aan de opgave om het weerstandsvermogen in evenwicht te houden met de gekwantificeerde risico's.
Bij de totstandkoming van deze jaarrekening zijn de risico’s geactualiseerd. Vervolgens is berekend welk bedrag nodig is om deze risico’s financieel af te dekken. Dit bedrag is afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio van het weerstandsvermogen die in onderstaande tabel is gepresenteerd.
Weerstandsvermogen | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2016 |
---|---|---|---|
Beschikbare capaciteit (A) | 102,5 | 97,7 | 92,2 |
Benodigde capaciteit (B) | 4,1 | 2,7 | 3,2 |
Ratio weerstandsvermogen | 24,9 | 36,8 | 28,8 |
Weerstandsvermogen (A-B) | 98,4 | 95 | 63,4 |
Het weerstandsvermogen classificeert als meer dan uitstekend en is ten opzichte van de afgelopen jaren flink toegenomen. Als laatste geldt in het algemeen dat de rapportage over het weerstandsvermogen altijd een momentopname is. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden waardoor het weerstandsvermogen aan tussentijdse fluctuaties onderhevig is.
Ratio's
Evenwicht structurele lasten en -baten
Het overzicht van de incidentele lasten en baten (hoofdstuk 5.3) laat zien dat in de jaarstukken de structurele lasten hoger zijn dan de structurele baten. Het saldo dient positief zijn; de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten. Waar in de oorspronkelijke begroting de structurele baten € 3.262.000 hoger waren geraamd dan structurele lasten, wordt in de jaarstukken zichtbaar dat structurele lasten deels zijn gedekt door incidentele baten (voornamelijk de tussentijdse winstneming Anna's Hoeve). De structurele lasten zijn in totaal € 1.916.000 hoger dan de structurele baten. Het kengetal voor de structurele exploitatieruimte komt hiermee op -0,8%.
In de gemeentelijke financiën zijn veelal de baten niet één op één toe te wijzen aan de lasten. Inkomsten uit de algemene uitkering en de OZB gelden niet als dekking voor toewijsbare lasten in de begroting. Zo hebben we ook in de jaarstukken te maken met over- en onderschrijdingen die elkaar op saldoniveau kunnen compenseren, maar geen verband met elkaar hebben. We hebben bijvoorbeeld te maken met hogere lasten voor de zorg en belastingdebiteuren, en lagere lasten voor afval en overhead. Per saldo constateren we dat het kengetal voor het evenwicht tussen de structurele lasten en –baten negatief is. De constatering van het ontbrekende evenwicht in de jaarstukken is een punt van aandacht bij het opstellen van de komende begroting.
Overige ratio's
Ondanks het negatieve kengetal voor het structurele exploitatieruimte, staat Hilversum er goed voor. Dit zien we ook in het gunstige verloop van de overige financiële kengetallen. Zowel de kengetallen voor de schuldquote alsook voor de grondexploitatie worden als goed beoordeeld. De ratio's voor solvabiliteit en de belastingcapaciteit zijn verder verbeterd ten opzichte van het niveau van de begroting.
Het BBV schrijft voor: “een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie”. Volgens de Nota van Toelichting bij het wijzigingsbesluit is het aan het College van B&W om die beoordeling te geven. Naast het kengetal voor het evenwicht valt geen enkel kengetal in de categorie ongunstig, en drie van de zes kengetallen vallen zelfs in de categorie meest gunstig. Daarnaast laat het weerstandsvermogen zien dat de gemeente Hilversum een zeer degelijke financiële positie heeft. Daarom beoordeelt ons college de “onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie” als goed.