Ambitie P3 . 2.2.3P Het uitvoeren van het regionale uitvoeringsprogramma jongeren, onderwijs en werk

Samen met de onderwijsinstellingen én met jongeren voeren we het in 2016 opgestelde Regionaal Uitvoeringsprogramma jongeren, onderwijs en werk uit, inclusief het daarin opgenomen Convenant Vroegtijdig schoolverlaten (VSV). We willen daarmee zorgen voor een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Gemeenten en onderwijsinstellingen zijn alerter op de overstapmomenten en beperken schooluitval zo veel mogelijk. Dit doen we door actief gesprekken te gaan voeren met jongeren als zij aangeven te willen stoppen met de opleiding. Daarnaast zijn in 2017 enkele prioritaire uitvoeringsprojecten uit het Uitvoeringsprogramma gekozen, die we in 2018 voortzetten.

Het uitvoeren van het regionale uitvoeringsprogramma jongeren, onderwijs en werk

Samen met de onderwijsinstellingen én met jongeren voeren we het in 2016 opgestelde Regionaal Uitvoeringsprogramma jongeren, onderwijs en werk uit, inclusief het daarin opgenomen Convenant Vroegtijdig schoolverlaten (VSV). We willen daarmee zorgen voor een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Gemeenten en onderwijsinstellingen zijn alerter op de overstapmomenten en beperken schooluitval zo veel mogelijk. Dit doen we door actief gesprekken te gaan voeren met jongeren als zij aangeven te willen stoppen met de opleiding. Daarnaast zijn in 2017 enkele prioritaire uitvoeringsprojecten uit het Uitvoeringsprogramma gekozen, die we in 2018 voortzetten.

De prioritaire projecten blijken goed aan te sluiten bij de behoefte van jongeren en de hiaten die we in de aanpak hadden. We continueren de projecten. Bankzitters (jongeren van 18 tot 23 jaar die thuis zitten, zonder startkwalificatie, schoolinschrijving, werk of dagbesteding) zijn allemaal benaderd. Alle jongeren die begeleiding willen, krijgen deze. Het zijn lange trajecten, omdat deze jongeren vaak al langere tijd geen dagbesteding hebben. In de Regio zijn we voortvarend aan het werk wat betreft het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. De integrale aanpak in samenwerking van de gemeenten en het onderwijs begint vorm te krijgen. In het bijzonder moet genoemd worden de samenwerking tussen Jeugd en Gezin/ RBL en het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Qinas, maar ook met het Sociaal Plein. We blijven investeren in de samenwerking, de integrale aanpak en het vorm geven aan de gezamenlijke ambitie: het matchen van steeds meer jongeren op meedoen, zodat ze zich ontwikkelen en naar vermogen duurzaam participeren in de samenleving.

Het doorontwikkelen van het onderwijskansenbeleid inclusief de invoering van de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaal

In samenwerking met het onderwijsveld hebben we het onderwijskansenbeleid opgesteld met daarin doelen voor de komende jaren. Hierin zijn de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en maatwerkplannen voor scholen meegenomen. Daarnaast gaat per 1 januari 2018 de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in. Deze wet heft de verschillen tussen kinderopvang en peuterspeelzalen op. In de kadernota is hiervoor eenmalig 150.000 euro opgenomen om een goede overgang te realiseren.

Eind 2017 is het Onderwijskansenbeleid vastgesteld. Het Onderwijskansenbeleid is gericht op gelijke ontwikkelingskansen voor alle kinderen. In 2018 zijn we gestart met het uitvoeren van dit beleid. Dit betekent: - De opstelling en uitvoering van maatwerkplannen schooljaar 2018 – 2019. - De invoering van de wet harmonisatie van de peuterspeelzalen. Op basis hiervan voldoen de peuterspeelzalen nu aan de eisen die ook aan de kinderdagverblijven worden gesteld. - De versteviging van preventie voor jonge gezinnen.

Het door ontwikkelen van onderwijshuisvesting

Samen met de schoolbesturen werken we aan: - Het uitvoeren van het onderwijshuisvestingsprogramma 2018, waarin acht fysieke projecten zijn opgenomen. - Het creëren van huisvestingsoplossingen als gevolg van beleid omtrent passend onderwijs. - Het uitwerken van een landelijk initiatief rond de renovatie van schoolgebouwen en de berekening van de kosten die hiermee gepaard gaan. - Een gemeentelijke regeling voor extra ondersteuning bij het instandhouden van schoolgebouwen die zijn aangewezen als monument. - Het uitvoeren van het beleid rond zogenoemde ‘frisse scholen’ en het verduurzamen van de schoolgebouwen. - Het vinden van oplossingen om de tekorten bij de schoolbesturen op gymnastieklokalen te dekken. - Het onderzoeken van de mogelijkheden van verdere decentralisatie van onderwijshuisvesting van gemeente naar schoolbesturen.

De uitvoering van het Huisvestingsprogramma 2018 (OHP 2018) is op veel items afgerond of verkeert in de realisatiefase. Dat geldt voor de aanbouw van de Praktijkschool, de aanbouw van de Donnerschool, de nieuwbouw van de Sterrenschool, de renovatie en uitbreiding van de huisvesting voor de Wilgetoren in het pand van de Kamerlingh Onnesweg 2 en tenslotte de nieuwbouw van de Mytylschool De Kleine Prins op de Monnikenberg. Twee onderdelen van het OHP zijn nog niet in de realisatiefase: dat betreft de uitbreiding van de gymzaal van Montessorischool Centrum (nog geen overeenstemming met de grondeigenaar) en het realiseren van een nieuwe gymzaal in Hilversum Oost (nog geen goede locatie gevonden). In 2019 verwachten we ook op deze twee punten concrete voortgang te boeken. Inmiddels is ook het OHP 2019 door de raad vastgesteld met nieuwe projecten voor 2019 en overheveling van de tekorten die in 2018 voor diverse bouwplannen in voorbereiding aan het licht kwamen, vanwege de gestegen bouwkosten. De opstelling van een lange termijn plan voor de onderwijshuisvesting via een Integraal Huisvestingsplan (IHP) is in 2018 niet tot stand gekomen maar is doorgeschoven naar 2019. De raad heeft haar input gegeven in de beeldvormende sessie in november. Er is inmiddels gestart met dit traject. Alle Hilversumse schoolbesturen worden daarbij betrokken. Het moet een totaalbeeld gaan opleveren van de stand van de onderwijshuisvesting in Hilversum en ontwikkelingen en consequenties schetsen die nodig zijn om de kwalitatieve en kwantitatieve doelen (monumenten, frisse en duurzame scholen) te bereiken. Zo kan er met behulp van het IHP effectief gewerkt worden aan de noodzakelijke verbetering ervan in de toekomst.

Het versterken van internationaal onderwijs

Het economisch belang van het internationaal onderwijs voor de gehele regio wordt duidelijk in een uitgevoerd haalbaarheidsonderzoek (2017). Hierin wordt zichtbaar dat er een groot tekort is aan leerlingplaatsen. We werken twee businesscases uit: een rond de campus voor het internationale primaire onderwijs en een voor het internationale voortgezet onderwijs (IGVO). We brengen de benodigde kosten voor versterking in kaart. Daaronder valt onder meer het verwerven van onroerend goed. We voeren ook een lobby uit richting Rijk, bedrijfsleven en de Metropool Regio Amsterdam (MRA) voor bijdragen in de kosten.

Het is niet gelukt om de besluitvorming over de businesscase internationaal basisonderwijs nog in 2018 te bewerkstelligen. Met de betrokken partijen is nog geen overeenstemming bereikt. Wij gaan er nu vanuit dat besluitvorming uiterlijk in 2019 plaatsvindt. De businesscase voortgezet onderwijs is afhankelijk van die besluitvorming en zal dus daarna aan de orde komen. Ter bevordering van het internationaal onderwijs zijn extra middelen van het Rijk en de MRA ontvangen (€ 567.000). Een deel hiervan is besteed om bij STIP extra plaatsen internationaal basisonderwijs te realiseren. Aan de raad wordt gevraagd om het restant over te hevelen naar 2019.

Ambitie P2 . 2.2.4P Het verminderen van jeugdoverlast

De oorzaak van jeugdoverlast gaat verder dan veiligheid alleen. Vaak spelen bij de jongeren om wie het gaat achterliggende zorgkwesties een belangrijke rol. Zorg en veiligheid zijn hier met elkaar verbonden. We willen als gemeente aan de voorkant zitten om problemen te voorkomen. We zetten daarom in op een integrale ketenaanpak jeugd. Dit doen wij met een persoonsgerichte aanpak, onder regie van het Sociaal Plein en de ambtenaren van Openbare orde. Onderdelen van deze aanpak zijn de groepsscan en de Top-X aanpak via het Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek. Ook zetten we extra toezicht en handhaving in. We verlengen de inzet van jeugdboa’s. Een jeugdboa is een handhaver maar tegelijkertijd ook specialist als het gaat om jeugd. Hij vormt een belangrijke schakel tussen jongerenwerk, buurtwerk, de politie (wijkagent en jeugdagent) en de buurtcoördinator.

Het verminderen van jeugdoverlast

De oorzaak van jeugdoverlast gaat verder dan veiligheid alleen. Vaak spelen bij de jongeren om wie het gaat achterliggende zorgkwesties een belangrijke rol. Zorg en veiligheid zijn hier met elkaar verbonden. We willen als gemeente aan de voorkant zitten om problemen te voorkomen. We zetten daarom in op een integrale ketenaanpak jeugd. Dit doen wij met een persoonsgerichte aanpak, onder regie van het Sociaal Plein en de ambtenaren van Openbare orde. Onderdelen van deze aanpak zijn de groepsscan en de Top-X aanpak via het Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek. Ook zetten we extra toezicht en handhaving in. We verlengen de inzet van jeugdboa’s. Een jeugdboa is een handhaver maar tegelijkertijd ook specialist als het gaat om jeugd. Hij vormt een belangrijke schakel tussen jongerenwerk, buurtwerk, de politie (wijkagent en jeugdagent) en de buurtcoördinator.

Het aantal meldingen jeugdoverlast is in 2018 met 40% gedaald (van 816 in 2017 naar 493 in 2018). Het aantal geregistreerde problematische jeugdgroepen is verminderd. Daarnaast is er de persoonsgerichte aanpak (PGA). In de PGA werken we intensief samen met een brede groep van partners rondom de PGA casuïstiek met als doel het criminele en/of overlast gevende gedrag te stoppen en de hulp / begeleiding en ondersteuning te bieden aan jongeren die nodig is. Jeugdboa’s, reguliere boa’s en politie hebben veel toezicht gehouden en daar waar nodig bekeuringen uitgedeeld. Tenslotte hebben de jongerenwerkers van Versa tal van positieve activiteiten georganiseerd.

Het verder versterken van lichte opvoed- en opgroeiondersteuning

We verbeteren de steun aan gezinnen die lichte opvoed- en opgroei ondersteuning nodig hebben door: - De aanwezigheid van het Centrum voor Jeugd en Gezin (GJG) op scholen te vergroten. - De kennis en expertise van consulenten Jeugd en Gezin te vergroten, zodat zij in staat zijn om in afstemming met het onderwijs ook zwaardere casuïstiek op te pakken. - Het basistakenpakket van het Centrum voor Jeugd en Gezin flexibel maken, zodat het beter past bij de vraag van de inwoner.

De uitvoeringstermijn van deze 3 activiteiten omvat meerdere jaren. Ze zijn dus niet alle dit jaar afgerond. Het zijn 3 van de 6 regionale opdrachten aan Jeugd en Gezin. De gemeente Hilversum heeft sinds september 2018, aanvullend op de regionale opdracht Jeugd en Gezin, een lokaal maatwerkplan Jeugd en Gezin voor de ondersteuning van (jonge) gezinnen. Hierin worden ouders vanaf de zwangerschap ondersteund in hun ouderschap. Verder is de jeugdverpleegkundige en/of de jeugdarts aangehaakt bij de Zorg en Advies Teams van basisscholen en de jeugdverpleegkundigen 0-4 bij de zorgoverleggen van de VVE-peuterspeelzalen. Daarnaast is er een sterke verbinding ontstaan tussen het sociaal plein en jeugdconsulenten van Jeugd en Gezin door gezamenlijke casusoverleggen en uitwisseling van expertise.